woensdag 17 december 2008

Abrupt einde

Ineens ging het toch nog fout.

Zondagmorgen, 14 december 2008.
Bij het toiletbezoek merk ik wat bloedverlies op. Omdat ik inmiddels al 14 weken zwanger was, moest dit toch even gecontroleerd worden. Meestal is het gewoon een bloedvaatje dat gesprongen is, maar ik wil toch zo snel mogelijk gerustgesteld worden.
Naar ons mama gebeld zodat die op onze Jules kon passen terwijl wij naar de Spoed reden.

Rond de middag komen we daar aan. Omdat het niet druk bleek te zijn op het verloskwartier, mochten we meteen daarheen. De gynaecoloog van wacht wordt erbij gehaald. Hij kijkt eerst even of hij iets opmerkt. Er zit inderdaad een wondje aan de baarmoederhals. Maar toch nog een echo nemen om te zien of alles nog OK is. Eerst uitwendig. Hij zegt dat hij geen bevredigend resultaat ziet en een inwendige echo wil doen. De schrik slaat mij om het hart en ik zie dat dit ook bij Yves het geval is. De gynaecoloog doet een inwendige echo en blijft stil. Heel stil. Te lang. Yves kijkt mee op het scherm en begint op zijn knokels te bijten. Terwijl ik vraag: "Is er iets mis?" begin ik te huilen, omdat ik het antwoord al weet. En inderdaad: er is geen hartslag meer. Hij meet de grootte na, en ons kindje blijkt niets gegroeid te zijn. Het is al zeker een flinke week geleden gestorven.

Even later gaan we naar beneden waar een beter toestel staat. De gynaecoloog wil zien wat er precies is misgegaan. Hij neemt zijn tijd voor de echo, geeft heel veel uitleg over wat hij ziet en niet ziet en wat dit betekent, en wij stellen enkele vragen. Ik herinner me niet meer wat er is gezegd tijdens dit moment.
Dan gaan we rond de tafel zitten. Ik vraag wat er nu moet gebeuren.
Het kindje moet nu geboren worden. Ik mag naar huis gaan om alles even te verwerken en een dag of twee later terugkomen, of ik kan ook ineens blijven. Ik kies meteen voor het laatste.

13u.
We gaan opnieuw naar het verloskwartier. In een arbeidskamer krijg ik medicatie opgestoken om de weeën op gang te brengen. Volgens de gynaecoloog kan dit wel een hele tijd duren en moeten we de geboorte niet verwachten voor de volgende morgen. Yves gaat ondertussen even over huis om voor mij wat kleding te halen en om onze Jules kleertjes te brengen zodat hij kan blijven slapen bij zijn moeke. We bellen ook enkele mensen op om te vertellen dat we weer een miskraam hebben.
Ondertussen begin ik weeën te krijgen. Eerst heel draaglijk, een warm kersenpitkussen op mijn buik volstaat. Maar dan steeds heviger. Tegen dat Yves terug is, worden ze zo erg dat ik het bijna niet meer uithoud. De verpleegster vertelde me dat ik gerust een epidurale mag vragen als het niet meer gaat. Op het moment dat ik hier gebruik van wil maken, krijg ik een erge wee en breken de vliezen.

Hierna gaat het weer wat beter. De weeën doen minder pijn. Ik voel wel constant wat verlies van vruchtwater enzo, maar dat blijkt normaal te zijn.
Stilaan worden de weeën weer wat heviger. Tot op een moment dat het weer erg pijnlijk wordt. Ik roep de verpleegster erbij. Ze controleert alles even en ziet dat er een grote bloedklonter vastzit. Ze vraagt om even te persen om die eruit te krijgen, zodat de weeën weer wat zouden afnemen. Ik pers 1 keer hard, en voel plots alles eruit komen.

16u20
Ons kindje komt er na 1 keer persen uit. Onverwacht snel. Yves ziet het gebeuren. Ik kijk meteen naar hem en zeg dat hij niet hoeft te kijken als hij niet wil, maar hij vindt het niet erg. Zelf wil ik niets zien.
Het is eruit. Hangt nog vast aan de navelstreng die natuurlijk nog kort is, waardoor de verpleegster het moet vasthouden in haar hand. Ze legt het op een nierbekken om de gynaecoloog te verwittigen.
En dan is het wachten. Ze wil ons kindje (een jongetje) wel verwijderen maar durft niet goed de navelstreng door te knippen. Ze geeft wel informatie: dat het een mooi vruchtje is, helemaal niet lelijk om te zien. Dat wilde ik weten, want anders wil ik het later niet bekijken. Yves beaamt dat het inderdaad geen kwaad kan om ernaar te kijken, maar ik wil nog niet.

Wanneer de gynaecoloog arriveert, knipt hij de navelstreng door. De moederkoek moet er immers nog uit en ik heb ondertussen weer hevige weeën.
We worden meegenomen naar de verloskamer om daar te moederkoek te laten verwijderen. Dit is echter bijzonder pijnlijk en ik roep het uit van de pijn. Hij stelt voor om dit onder verdoving te laten gebeuren. Ik stem meteen toe.

Naar het operatiekwartier dan, waar ik een ruggeprik krijg. De moederkoek wordt verwijderd en ik word naar de recovery gereden. Yves mag naast mij komen zitten want we zijn de enige patiënten die zondag. We brengen daar anderhalf uur door, tot de verpleegster vindt dat ik wel naar mijn kamer zal mogen op de materniteit.

Naar de materniteit deze keer. Ik word naar mijn kamer gebracht. Yves wil meteen weer mee met de verpleegster om nog eens een keertje naar ons kindje te gaan kijken. Ik wil nog steeds niet. Morgen misschien.

Daar lig ik dan. Veel huilen, nog enkele telefoontjes plegen. De verpleegsters komen vaak binnen om te vragen of er iets is dat ze kunnen doen. We krijgen nog een maaltijd (het is ondertussen 20u) die ik verbazend genoeg wel opkrijg. Yves blijft aan mijn zij maar moet die avond wel naar huis, want hij moet een dag later gaan werken (zonder pardon). Ik kijk nog wat tv en huil mezelf tegen 2u30 in slaap.

Maandag 15 december
Ik wacht op Yves tot zijn eerste shift voorbij is. We hadden afgesproken dat we dan samen afscheid zouden nemen van ons zoontje, dat we Stan hebben genoemd. Wanneer hij er is, brengt de verpleegster ons Stanneke naar ons. Een piepklein mini-mensje met alles erop en eraan. Mooi om te zien, en minder ontwikkeld dan ik me in mijn hoofd had voorgesteld. Dat maakt het er wat makkelijker op voor mij: weten dat het toch nog erg pril was, dat er nog veel moest groeien, dat het toch relatief vroeg in de zwangerschap was.
Ik ben blij dat ik toch nog heb mogen kennismaken met onze Stan. En meteen ook afscheid heb kunnen nemen. Voor een stukje. Want de weg is nog lang.

Geen opmerkingen: